Diverse soorten en maten
De pianola komt voor in diverse soorten en maten. We delen ze voor het gemak even in in vier verschillende catagorieën, namelijk: de trappianola, de expressiepiano, de reproductiepiano en het piano-orchestrion.
De Trappianola
De meest voorkomende verschijningsvorm is niet de bekendste. Bij een pianola denken de meesten aan een instrument dat helemaal vanzelf speelt. De 'echte' pianola dient echter bediend te worden door de mens, de pianolist. Door te trappen op twee voetpedalen creëert de pianolist onderdruk in het systeem. Door harder of zachter te trappen kan harder of zachter gespeeld worden. Op deze manier en door te variëren met het tempo met behulp van de tempohendel kan aan het te spelen muziekstuk een muzikaal karakter worden toegekend.
De Expressiepiano
Er zijn mensen die liever niet zelf hun rol trappen. Relaxed achteroverleunen op de bank met een goed glas wijn en genieten van pianolamuziek. Het kan ook, maar niet door een stofzuiger in een trappianola te zetten, iets wat -helaas nog steeds- regelmatig gebeurt. Er is dan geen manier meer aanwezig om te variëren in dynamiek. Met andere woorden, harder en zachter spelen kan niet meer. Hierop is in vroeger jaren al iets gevonden. De expressiepiano, het woord zegt het al, regelt deze expressie of dynamiek automatisch. In de rol zitten extra gaatjes die naast de noten nog allerlei andere balgen aansturen die de dynamiek regelen. Het instrument speelt dus automatisch hard of zacht waar nodig. Deze expressiepiano's werden veelal in cafés en restaurants geplaatst om, uiteraard tegen betaling via een muntinworpkastje, te zorgen voor wat extra sfeer in de zaak. Voorbeelden hiervan zijn de Phonoliszt, de Empeco (niet te verwarren met reproductie-instrument Ampico) en Virtuola. Daarnaast is de basis van veel piano-orchestrions een expressiepiano.
De Reproductiepiano
In 1904 kwam de firma Welte uit Freiburg met een piano die pianomuziek kon reproduceren die van tevoren door een pianist op een inspeelpiano was ingespeeld. Dus niet alleen de door de pianist gespeelde noten, maar ook de tempowisselingen, dynamiekvariaties en het pedaalgebruik werden vastgelegd. Welte had zich tot die tijd vooral op grote orchestrions voor horecagelegenheden gericht. Hun 'Welte-Mignon' reproductiepiano boorde een nieuwe markt aan, namelijk die van privébezitters. De weergave van de piano was een nagenoeg exacte reproductie van het muziekstuk dat door de pianist was ingespeeld. De reproductiepiano was daarmee een van de weinige mogelijkheden om muziek in huis te beluisteren zonder daadwerkelijk de betreffende pianist in te huren.
Andere merken volgden al snel het voorbeeld van Welte. Philipps kwam met de Duca, Hupfeld met de DEA en later de Triphonola. In Engeland en Amerika werd de Duo-Art van Aeolian een erg populair reproductie-instrument. Ook de Ampico van de American Piano Company werd erg succesvol in de Verenigde Staten. De reproductiepiano kwam voor als vleugel en staande piano. Maar ook als kabinet en voorzetter. Lees hieronder meer over de verschillende bouwvormen.
Het Piano-orchestrion
Soms zijn pianola's uitgerust met extra instrumenten. We spreken in dat geval over orchestrions. Zoals de naam al doet vermoeden zijn deze instrumenten ooit bedoeld om een orkest te vervangen. Dit kan een klein salonorkestje zijn of een groot dansorkest. Orchestrions werden meestal in cafe's en restaurants geplaatst, maar stonden ook wel in bioscopen, danszalen en zelfs op cruiseschepen. De grootte en functie van de ruimte bepaalde voornamelijk hoe groot het orchestrion was dat ervoor werd aangeschaft. Er is een onderscheid te maken tussen orchestrions op orgel- en op pianobasis. We behandelen hier de piano-orchstrions. Deze zijn allemaal gebouwd met een piano(la) als uitgangspunt. Een piano kan bijvoorbeeld uitgebreid zijn met een mandoline en xylofoon. Maar het kan ook veel verder gaan door de piano te combineren met tot meer dan twintig registers aan orgelpijpen, harmoniumtongen en zelfs echte violen. Orchestrions werkte veelal op een munt-inworpkastje. Na het inwerpen van één of meedere muntjes begon dan een nummer te spelen. De muziekrollen bestaan vaak uit meerdere nummers zodat bij het volgende muntje ook een ander nummer gespeeld werd. Het aantal nummers op een rol kon wel eens tot 10 oplopen. Voor de eigenaren die dat nog neit genoeg vonden (de hele dag maar 10 nummers horen gaat vervelen, ook voor de bezoeker) ontwikkelden een aantal van de orchestrionbouwers automatische rollenwisselaars. Hier kunnen zo'n vijf tot tien rollen in, waardoor het aantal te spelen nummers flinkt werd uitgebreid. Orchestrions behoren tot de duurste instrumenten in de mechanische muziek en zijn zeer gewild onder verzamelaars.
Drie bouwvormen
De pianola bestaat in verscheidene bouwvormen. Het verschil tussen staande piano's en vleugels laten we even buiten beschouwing.
De Voorzetter
De voorzetter is een apparaat dat voor een bestaande piano of vleugel kan worden gezet. Afhankelijk van het type beschikt de voorzetter over 58, 65, 73 of 88 vingertjes op evenveel toetsen van de piano. Alle onderdelen van het pianolamechaniek zitten ingebouwd in de voorzetter. De voordelen hiervan zijn dat het apparaat niet afhankelijk is van de piano, aangezien het niet is ingebouwd. Het weegt ook veel minder en is dus makkelijker te vervoeren. Beroepspianolist Rex Lawson neemt om deze reden ook een voorzetter mee naar zijn concerten zodat hij kan spelen op de aanwezige schitterende (en soms minder schitterende) concertvleugels.
Nadeel van een voorzetter in huis is dat deze meestal voor de piano staat en er dus niet met de hand op gespeeld kan worden. Wil iemand zelf piano spelen dan moet de voorzetter opzij gezet worden. Iets dat weliswaar zo is uitgevoerd, maar de voorzetter staat daarna bijna altijd erg in de weg.
Het ingebouwde pianolamechaniek
Om onder andere deze laatste reden is men de mechanieken in gaan bouwen in de piano's en vleugels zelf. Dit is de meest voorkomende vorm. Door het inbouwen van het mechaniek werd de piano wel iets groter. Een pianola is ongeveer 15 cm dieper dan een gewone piano. Maar er bestaan meerdere varianten. Er zijn ook pianola's gebouwd met bijna het complete pianolamechaniek boven de toetsen, zodat de piano weliswaar een stuk hoger is, maar niet verder de huiskamer in komt.
Het Kabinet
Een minder bekende vorm is het kabinet. Het is in feite een staande piano zonder toetsen. Het is dus in principe een kast met piano en pianomechaniek waar niet met de hand op gespeeld kan worden. Het ingebouwde pianolamechaniek zorgt voor de muziek. Deze variant kwam met name in de beginperiode voor, van omstreeks 1904 tot en met 1915. Maar was daarna zeker nog op aanvraag leverbaar. Een kabinet was en is altijd een reproductie-instrument. Er zitten geen voetpedalen op om zelf expressie toe te voegen. Het instrument wordt elektrisch aangedreven. Het uitgangspunt was dat men een reproductiepiano aanschafte om naar te luisteren, en daarom geen toetsen nodig had. Later verminderde de vraag naar dit soort instrumenten, waarschijnlijk omdat veel mensen toch graag een piano hadden die ook met de hand bespeelbaar was. Er zou maar eens een pianist op bezoek komen.