Auteurs: Niko Wiegman/Peter Berghout

Muzikale horloges en gadgets

Hieronder vallen :

Artistieke voorwerpen denk aan : zegelringen, hangers, horloges, sieraden etc. en

Gebruiksvoorwerpen zoals tabaksdozen, naaidoosjes, koffiekophouders etc.

Horloge geschiedenis in het kort :

Peter Henlein kwam in 1505 of 1530 met het eerste draagbare ijzeren horloge, met veermechanisme, bevestigd aan een kledingriem. Ingebouwd in een pomander (geurverspreider gevuld met ambergris) dan wel muskusbal (welriekende bal gevuld met muskuskruid). Het werden al gauw Halshorloges (16e en 17e eeuw), daarna via Knolhorloges (eind 17e, begin 18e eeuw) en Zakhorloges (eind 17e, 18e en 19e eeuw) naar Polshorloges (1790>, 19e en 20e eeuw). Tenslotte kwam het tijdperk van het digitale horloge, in een later stadium radiografisch aangestuurd (gesynchroniseerd met atoomklok sinds 1995).

Naast Frankrijk en Duits gebied, was Engeland de belangrijkste ontwikkelaar van horloges. Eén van de eerste muziekhorloges met bellen werd gemaakt door John Archambo in 1720 (zie rechter foto). In 1688 waren daar ook al toonveren met hamers voor het slagwerk uitgevonden door Edouard Barlow en Daniel Quare. Eind 18e eeuw werd Zwitserland steeds belangrijker voor de ontwikkeling van de horloge industrie.

De ingrediënten voor verder verbetering waren aanwezig : In 1410 was de veertrommel (barillet) met darmsnaar en snek uitgevonden. Het sluitschijfslagwerk met hamer en bel bestond al in de vroege 16e eeuw. De voorloper van de waaierschijf (sur plateau) kwam uit het eind van de 16e eeuw. Dus toen de Zwitser Antoine Favre-Salomon in 1796 gestemde stalen tanden toepaste, waren nieuwe mechanische speelwerken met pinnen in veel kleinere objecten mogelijk.

Je kunt ze onderverdelen in drie groepen * :

  1. Cilinder mini                      > vanaf 1796 tot heden
  2. Barillet (veertrommel)       > ca. 1805 - 1820
  3. Sur Plateau of Waaierkam > ca. 1805 - 1830

*) Er bestaan ook vroege horloges met een ingenieuze set balgjes en een fluitje, waarbij een mechanische opening is gemaakt in de zijkant van de kast. Voorbeeld hieronder : Piguet & Meylan ca. 1815 met blaffende hond.

https://www.christies.com/en/lot/lot-6320095

Diverse kenmerken :

  • Cilinder mini : De mini cilinder wordt tot op heden nog steeds toegepast in allerlei muzikale gadgets en speeldoosjes.

Tot ca. 1815 hadden speelwerken in het algemeen nog geen worm-wormwiel vertraging. Meerdere raderen werden aan elkaar gekoppeld en de laatste soms met vleugeltjes. Vroege uitvoeringen hadden veerbegrenzers, na ca. 1830 gebruikt iedere maker het Malthezerkruis (sinds ca.1820). In dezelfde periode had de cilinder ook een apart lager voor de cilinderas (cilinderas rondsel - rood omcirkeld). Na 1830 zit dat direct aan de veerton.

            

Cilinder speelwerk vóór 1830. Foto's©NPV.   l’Epee (Fr) ca. 1890 cilinder vernikkeld messing                                                                          (norm na 1875). Kast geweerstaal merk Acier.

  • Barillet : in feite een veerton, die tevens dienstdoet als cilinder. Er zijn veertrommels met pinnen, bespeeld door enkele losse tanden en door een stapelkam. Van de laatste zijn er twee typen : met rechte tanden en met sprinkhaantanden (kniegewricht).

           

Stapelkam rechte tanden. Foto©NPV.           Stapelkam met kniegewricht